Thursday 24 March 2011

The Seasons, Some colours, More verbs

 De Jaargetijden   The Seasons

Zomer  -  Summer
Herfst - Autumn   ( ook Najaar )
Winter  -  Winter
Lente  -  Spring

De lente begint op 22 Maart.                            Springs starts on March 22nd
De herfst brengt regen.                                     Autumn often brings rain
In de Winter sneeuwt het vaak.                         It often snows in winter
Ik heb zin aan de zomer!                                   I'm looking forward to summer

De Kleuren  The Colours

Rood  -  Wit  -  Blauw  -  Oranje  -  Groen  -  Geel  -  Bruin  -  Zwart  -  Paars  -  roze  -  Grijs

Some more verbs:
Kleuren: to Colour or Colouring in
ik kleur  -  jij kleurt  -  hij/zij kleurt  -  wij kleuren  -  jullie kleuren  -  zij kleuren
Wat kan jij mooi kleuren!
Zin hebben aan:   Looking forward to              Zin hebben in : Fancying Something
ik heb zin aan  -  jij/U hebt zin aan  -  hij/zij heeft zin aan  -  wij/jullie/ zij hebben zin aan
Heb jij zin in koffie?
Beginnen:  To start, to begin
ik begin -- jij,U begint  -  hij/zij begint  -  wij beginnen  -  jullie beginnen  -  zij beginnen
Jullie beginnen met 'ochtendkring'
Weten: To know
ik weet  -  jij/U weet  -  zij/ hij weet  -  wij weten  -  jullie weten  -  zij weten
Hij weet niets.
Proberen: to Try
ik probeer  -  jij/U probeert  -  hij/zij probeert  -  wij proberen  -  jullie proberen  -  zij proberen
Ik probeer Nederlands te spreken.
Vragen: to Ask
ik vraag  -  jij/U vraagt  -  hij/zij vraagt  -  wij vragen  -  jullie vragen  -  zij vragen
Jij vraagt en ik antwoord.
Een vraag = a question      Een antwoord = an answer  Antwoorden: to Answer

No comments:

Post a Comment